-
1 blab
v. zijn mond voorbij praten, loslippig zijn; kletsenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 blab out something • iets eruit flappen/verraden -
2 blurt out
-
3 rap out
rap out♦voorbeelden: -
4 blurt
v. eruit flappen, eruit gooien -
5 blab out something
blab out somethingiets eruit flappen/verraden -
6 blunder out a stupid remark
blunder out a stupid remark -
7 blunder
n. blunder, grove fout--------v. grove fout maken; heen en weer bewegen; struikelenblunder1[ blundə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blunder ⇒ flater, miskleun♦voorbeelden:1 make a blunder • een bok schieten, een flater slaan————————blunder2〈 werkwoord〉1 blunderen ⇒ een stomme fout begaan/maken, een flater slaan2 strompelen ⇒ (voort)sukkelen, zich onhandig voortbewegen♦voorbeelden:2 blunder on • voortsukkelen, voortstrompelenhe blundered through the poem • hij worstelde zich moeizaam door het gedichtblunder into a tree • tegen een boom opknallenblunder (up)on something • tegen iets aanlopen, door toeval/geluk iets vinden
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский